Van Zanten.. Preses van Zanten
Rob lachte altijd hard. Nu ook weer. En ik had hem alleen verteld dat ik niet bij hem ging logeren. Hij wist het direct en maakte drukke gebaren richting de dansvloer. “Je weet het he! Je weet het he!”, begon hij te zeggen tussen het lachen door. “Jaja, ik weet het”, beantwoordde ik hem. “Je moet het zeggen!”, ging hij verder “Je gaat het gewoon zeggen!” Hij begon een schriel stemmetje te krijgen van het schreeuwen en lachen tegelijkertijd. “Ik weet het niet, we zien wel” Schreeuwde ik naar hem door de drukke muziek door. De drukke gefrustreerde gebaren omdat ik niet luisterde, negeerde ik. Ik liep naar de dansvloer en knikte knipogend ja naar het blonde meisje. Zij nam snel afscheid van haar vriendinnen die haar gillend wegduwde. Ze pakte mijn hand en we liepen naar de uitgang. Toen we even bij de uitsmijter stilstonden, zag ik Rob bij de bar zwaaiend mijn aandacht vragen. “Je zegt het he?”, schreeuwde hij. “He van Zanten! Je gaat het zeggen he!” Hij stond daar met zijn verenigingsmaten. Ze joelden allemaal naar mij. Ik ging snel met haar naar buiten en ik hoorde nog iemand heel hard lachen op de achtergrond. Het was Rob. Ik zweer het je. >> Een zacht gekreun ontwaakte onder mijn oksel. Ik opende kalm mijn ogen en keek waar het vandaan kwam. Ik zag een blond meisje langzaam wakker worden in mijn armen. Ik kuste haar op haar voorhoofd. Ze werd wakker en lachte. Ik lachte ook naar haar. Langzaam ging haar hand voorzichtig naar beneden. “Doe maar niet”, fluisterde ik tegen haar. Na een flinke avond stappen was het na 2 keer echt op. De drank maakte het er maar niet makkelijker op. “Je weet echt niet van ophouden he? Ik bedoel.. de derde keer was niet bijzonder. Laat staan de vierde keer. Het was drie uur s’nachts toen we hier kwamen. En sindsdien is het alleen maar kaboem, kaboem, douchen en kaboem en weer kamboem. De koek is echt op.” Ze lachte. Blijkbaar klonk mijn gejammer heel grappig. Ze krioelde om mij heen waardoor ze opeens op mij zat. Met haar hoofd dicht bij de mijne kon ik haar zachtblauwe ogen zien. Even was het stil. Met mijn handen achter mijn hoofd schouwde ik haar aan en vroeg mij af wat zij dacht. “Je zegt het he?”, klonk nog een schrielend schreeuwend stemmetje in mijn achterhoofd. “Waarom?”, dacht ik. “Waarom zou ik het doen?” “Zal ik je een verhaal vertellen? Zal ik je een verhaal vertellen??” Het was Rob. Typisch Rob. Wanneer hij had gedronken had hij aan 1 vraag niet genoeg om te vragen. “Ik heb zo leuk verhaal om te vertellen joh.” En voordat ik het had gemeld dat ik niet zit te wachten op zo’n typische Rob verhaal die toch uiteindelijk eindigt met 1 persoon aan het lachen namelijk Rob alleen, was Rob al begonnen aan zijn verhaal. “Op onze vereniging is er toch een kneus voorzitter geworden van de societeitscommissie joh! Zo kneus! Het is echt een kneus.” Ik keek hem aan. Begreep hij het wel dat hij nu al drie kneus heeft genoemd en ik het allang doorhad dat de persoon in kwestie dus niet zo cool is? “Zomaar voorzitter van de Soco geworden. Niet te geloven.”, ging hij verder. En voordat ik het kon vragen waarom dat niet te geloven is, had hij zijn antwoord al. Dat begreep hij nou wel. Heel irritant. “Als voorzitter zijnde van de SoCo mag je volgens de reglementen niet een knaap zijn. Je moet een man zijn! Een man!” En hij begon hard te lachen. “Rob… Waar heb je het over?”, vroeg ik nadat hij uitgelachen was. “Gast!”, schreeuwde hij. “Maagd! Hij is nog maagd! Je mag volgens de statuten niet maagd zijn! Hij is voorzitter geworden omdat zijn concurrent naar het buitenland ging. Dus er was geen andere kandidaat! Maagd man! Het mag officieel niet. Maar we hebben een oplossing ervoor bedacht. Echt lachen man!” En Rob ging verder met het lachen waar hij gebleven was. Opeens hoorde ik een telefoontje naast mijn hoofd. Op een semi-slaap-automatische piloot nam ik op. “Hallo?”, vroeg ik. Aan de andere kant van de lijn werd naar haar gevraagd. De deken werd omgeslagen en ze kwam eronder vandaan. “Het is voor jou”, zei ik en gaf haar de telefoon. Ze nam de telefoon. “Okay is goed”, zei ze. Ze sloeg de dekens van haar af en ging vliegensvlug haar kleren zoeken. “Wat is er aan de hand?”, vroeg ik. “Mijn vader! Mijn vader staat voor de deur!” In een flits sprong ik uit mijn bed, zocht mijn kleren. Zij had al de hare aan. Ze liep naar de deur, keek mij aan. Ik was klaar met mijn kleren, deed mijn haar nog een beetje goed en knikte goedkeurend ja. De deur ging open. Er stond een man in pak. “Dag pap”, gilde ze. En ze zoende hem. Ik vroeg mijzelf af of hij mij kon ruiken. “Tja ik was toevallig in de stad en dacht ik kan mooi wel lunchen met mijn dochter.” Hij had zijn broodjes mee. Hij keek langs haar heen en zag mij. Verbazend vroeg hij aan zijn dochter; “uhm… en Peter dan?” Zij keek ook naar mij. “Oh man, dat is maar een klasgenoot pappie. Die is toevallig blijven logeren. Niets aan de hand”.
Eindelijk was haar vader weg. “Zooo… dus Peter is je vriendje?”, gaf ik haar de retorische vraag. Ze keek mij aan en zei; “Je vindt het toch niet erg? We hadden het toch leuk vannacht?”. Ik pakte mijn spullen en liep naar de deur. “Ja we hadden het inderdaad gezellig. Maar toch klinkt het niet helemaal tof.” Ze keek mij met zo’n onschuldige blik aan. “He weet je wat?”, begon ze. “Aanstaande zaterdag is er bij jouw vereniging toch een jubileumfeest. Zie ik je dan? Ik ben dan wel met mijn vriend maar dan zie ik je nog een keer.” Ik opende de deur, draaide de deurklink om, keek even naar beneden en ging even terug met mijn gedachten. Gelukkig. Rob ging zijn oplossing vertellen. “Er is nog maar 1 week voordat die kneus zichzelf voorzitter mag noemen. Volgende week man!!”. Hij was al aan het lachen. “En vanavond is er een feest bij een andere studentenvereniging. En nu hebben we afgesproken, ik met mijn dispuut, dat als we vanavond een chickie zoenen we zijn achternaam gebruiken. We zeggen dat we Van Zanten heten. Presis van Zanten!” Hij ging weer verder lachen. Waarschijnlijk was de voorpret wel heel geweldig geweest. “Zie je het al voor je?? Of ze vertellen dat ze met de Presis gezoend hebben, of ze gebruiken zijn naam om binnen onze Soos te komen. Of ze vragen zelfs aan de uitsmijters of ze hem komen ophalen bij de ingang om binnen te komen. Ik kan hun blik in hun ogen al zien wanneer ze de echte Van Zanten zien! Priceless..!” En Rob begint weer zijne schriele lach te lachen. Met mijn hand op de deurknop keek ik die onschuldige blik aan. “Ach… No hard feelings.” Ik stopte even, haalde rustig adem en ging verder. “Kom maar langs ja. Maar uhm… er is wel een strenge controle. Dus als je makkelijk binnen wilt komen, moet je maar naar mij vragen. Van Zanten. De Presis van Zanten. En dan laat ik je binnen” Ze kijkt me aan. “Zo dat wist ik niet… dat ga ik zeker doen.” Nadat ik haar gedag had gezoend en wegliep, hoorde ik in de verte de deur dichtgaan. Rob had gelijk. Ik kan die blik in haar ogen al zien.