Voelt vreemd aan met plastic handschoentjes typen. "Nee vanavond kan ik niet", typte ik in het chat scherm. Voelt nog vreemder aan dat ik met mijn collega aan het chatten ben. Ik ben niet zo’n chat persoon. Ik weet niet wat de tekens betekenen, laat staan de emoties die erbij komen kijken. Zo onpersoonlijk. "Morgenavond dan?", staat er op het scherm. Ik denk bij mijzelf wat ik morgenavond aan het doen ben. Waarschijnlijk de late vrijdagavond film kijken, terwijl ik bier drink op de bank. Misschien daarna nog even de kroeg in, vrienden opzoeken. Eigenlijk heb ik altijd wel wat te doen op vrijdagavond. Laat staan dat ik graag met mijn collega op stap wil. Maar deze vraag is niet voor mij bedoeld. >>
"Ja is goed", typ ik terug. "Waar denk je aan?", ging ik verder. Ik kijk naast het toetsenbord en zie daar nog condens op een blikje cola omlaag glijden. Ik heb dorst maar mag nog niet drinken. Nog niet. Snel concentreerde ik weer op het beeldscherm. Ik moet opschieten, het duurt al te lang. "Wat dacht je van een filmpje pakken in de bioscoop? Er wordt een goede horrorfilm gedraaid morgen", staat er op het scherm. Snel volgen er nog wat smiley's. Nogmaals kan ik de emoties, die zogenaamd geuit worden met kleine hoofdjes, niet begrijpen. Een goede horrorfilm, vraag ik bij mijzelf af. Worden die tegenwoordig nog gemaakt? De meesten zijn slechts slechte rip offs van de originele, die al de cultuurschok hadden gemaakt en daarom niet overtroefd kunnen worden. En andere films zijn meer in het straatje ‘goed gejat of slecht verzonnen’. Goede horrorfilms tegenwoordig zijn stervende. Lijkt mij niets zo'n bioscoopfilmpje pakken met mijn collega. Ik zou zeker weten niet gaan. Maar van zijn vriendin weet ik het niet. Ik kijk nog even naar de geel ronde hoofdjes met hun tong uitstekend. Het moet wel grappig bedoeld zijn. Bar veel humor heeft mijn collega helaas niet. "Geintje", kwam er net op het scherm. Gelukkig hoef ik daar niet meer op te antwoorden. Wat zou ze hierop zeggen? Ik denk aan de vele verhalen van mijn collega over zijn vriendin. Ze weet het niet zo vaak, herinner ik me. Zo'n typische meningloze, domme muts die niet durft te beslissen. "Verras me maar!", typ ik. De uitroepteken plakt aan mijn linker plastic handschoen. Ik kijk naar mijn linkerhand en zie mijn hand door de handschoen in het licht van het beeldscherm schijnen. Het zweet van mijn hand heeft de poeder van de handschoen opgelost. Het duurt echt te lang denk ik nog bij mijzelf. Ik moet echt afkappen. Ik typ verder met mijn rechterhand; "Haal je mij morgen op om de gebruikelijke tijd?" Ik sta op en schuif de stoel op de plek hoe die eerst stond. Voorzichtig. Ik kijk nog even naar het beeldscherm. Mijn vuilniszak peuter ik met mijn kleffe handschoentjes open. Op het beeldscherm komt er weer een tekst. "Ik haal je om acht uur op!" In de tweede regel staat de vraag; "Hou je nog een beetje van me?". Ik druk rustig de j en de a in, de uitroepteken sla ik over, druk enter en loop naar de deur. Doe de deur langzaam open en kijk of er iemand in de gang is. Niemand. Ik doe mijn witte ontsmettingspak uit en stop het in de vuilniszak. Nog een keer kijken. Niemand op de gang. Op de gang trek ik de rest uit. Mijn haarnetje, netjes voor de schoenen en ook trek ik mijn handschoentjes uit. Ik doe alles in de vuilniszak behalve mijn rechterhandschoen. Met de deur open klik ik met de handschoen nog het licht aan in de huiskamer. Ik kijk nogmaals naar het beeldscherm. Ik tuur met mijn ogen maar zie nog niets nieuws staan. Het viel mij op dat het meeste bloed op het beeldscherm naar beneden was gezakt. Druppend richting het toetsenbord met op de uitroepteken een ronde afdruk van mijn linkerhandschoen gemaakt. Het bloed wat onder de stoel loopt, lijkt zijn weg gevonden te hebben naar een tapijt waardoor het langzaam wordt opgezogen. Aan het eind van het bloedspoor ligt zij, een levenloos lichaam. Ik druk het licht uit en voordat ik de deur dicht doe, zie ik op het beeldscherm nog een tekst verschijnen. "Ik ook van jou", staat er… met een hartje achteraan.